ik zou wel eens wat vaker willen denken “ dat is dan maar zo!”
“Dat is dan maar zo”
En stug fietste ze door.
Al een uur was ik aan het wandelen en was al heel wat pratende fietsers tegengekomen. Maar bij geen van hen was het me opgevallen wat ze tegen elkaar zeiden. Tot nu.
Deze zin kwam luid en duidelijk bij me binnen.
Direct kroop bij mij namelijk het poppetje op mijn schouder die altijd het liefst met alles en iedereen rekening houdt en die “vond iets” van die zin. Een zin die je mij waarschijnlijk niet snel zult horen zeggen….
Missschien kwam het doordat ik in gedachte nog even door de training van vorige week was gelopen, waarin we deelnemers ook meenamen naar hun sterk en minder sterk ontwikkelde delen (of de poppetjes op je schouder, zoals ik ze soms ook noem).
Net als bij iedereen zijn ook bij mij sommige van deze erg sterk ontwikkeld en anderen wat minder. Mijn minder sterk ontwikkelde delen zijn soms met een reden naar de achtergrond gedrongen door de sterk ontwikkelde delen of zijn niet zo erg zichtbaar omdat ze gewoon nooit aandacht hebben gekregen.
Bij mij is de “met iedereen rekening houder” er een die vaak als eerste roept. Het feit dat ik rekening hou met iedereen voor ik beslis heeft me heel veel gebracht. Maar om eerlijk te zijn, het zit me soms ook echt wel in de weg. Bijvoorbeeld als er van me wordt verwacht dat ik als leidinggevende knopen doorhak, of als er aan mij wordt gevraagd wat ik eigenlijk ergens van vind. Of wat dacht je van de situatie wanneer het onmogelijk is om met ieder’s belang rekening te houden en er toch echt iets besloten moet worden? En nog zo’n mooie: als ik heb gezegd dat ik wel iets regel of organiseer. Kun je je voorstellen hoe ik me dan voel?
Dan zou ik graag wat vaker een beslissing willen nemen die voor mij juist is en als het voor een ander niet helemaal perfect is denken:
“dat is dan maar zo”
Als coach zie ik ook regelmatig dat de sterk ontwikkelde subpersoonlijkheden, naast het zijn van de sterke kant van de coachee, ook een valkuil kan zijn. De “sterke”, “stoere”, “harde werker” en de “pleaser”, ze komen regelmastig langs in mijn coachpraktijk. Ze hebben veel opgeleverd maar zitten, als mensen bij mij aankloppen, vaak even in de weg. Door op zoek te gaan naar de minder ontwikkelde subpersoonlijkheden en ook die aandacht te geven kan het zijn dat die innerlijke strijd die de coachee regelmatig voert, zomaar eens anders eindigt dan “normaal”.
Ik ga de komende tijd in ieder geval eens wat meer aandacht besteden aan de knopendoorhakker en misschien hoor je me binnenkort dan zeggen
“dat is dan maar zo”!